door admin | 19 november 2020 | Nieuws
Op 16 november 2020 heeft de Dierenrechten Alliantie samen met andere dierenorganisaties aangifte gedaan in verband met overtreding van de Wet dieren door Dierenpark Amersfoort vanwege het op 3 november doodschieten van de chimpansees Mike (53) en Karibuna (19). Door de dierentuin is er bewust voor gekozen om deze mensapen dood te schieten toen zij door een menselijke fout ontsnapt waren. Er was geen sprake van noodweer. Het dierenpark heeft nagelaten de dieren door hun verzorgers te laten afleiden, te kalmeren en indien nodig te verdoven met een hogere dosis verdovingsmiddel die snel werkt. Volgens de Dierenrechten Alliantie en de andere dierenbelangenorganisaties heeft Dierenpark Amersfoort hierdoor artikel 2.1 lid 1 en lid 6 en artikel 1.3 van de Wet Dieren overtreden. Zij willen strafvervolging en een onafhankelijk onderzoek naar de noodzaak om de mensapen dood te schieten. Verschillende bekende primatologen hebben te kennen gegeven dat wanneer de bezoekers veilig gesteld zouden zijn en men vreemden op afstand had gehouden, de bekende verzorgers de chimpansees hoogstwaarschijnlijk met geduld hadden terug kunnen krijgen in hun verblijf.
Dieren levenslang opsluiten als bezienswaardigheid past in de huidige tijd niet meer. Op deze manier brengen we onze kinderen juist het verkeerde bij: een respectloze houding ten opzichte van een ander dier. Een dier is namelijk geen attractie of vermaaksartikel dat we om die reden gevangen mogen houden.
door admin | 11 november 2020 | Persbericht
De Dierenrechten Alliantie heeft samen met andere dierenorganisaties op 30 november 2020 een brandbrief gestuurd aan de Vaste commissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. In de brandbrief wordt aan de commissieleden gevraagd om olifant Buba het leven te gunnen waar zij recht op heeft, namelijk dat zij eindelijk mag leven als olifant. Dinsdag 1 december stemmen de commissieleden over of Buba een generaal pardon moet krijgen voor een permanente huisvesting bij circus Freiwald. Voor Buba zal dit betekenen dat zij nog zo’n 25 jaar van hot naar her meegesleept en gebruikt als attractie zal worden.
De dierenorganisaties vinden dit generaal pardon zeer ongepast omdat men hier normaliter beter van wordt en niet slechter zoals in het geval van Buba. Voor Buba is er zonder dit generaal pardon juist kans op een beter, rijker leven als olifant en perspectief op leven met soortgenoten in Elephant Haven in Frankrijk. Buba kan daar separaat gehouden worden, met uitloop naar een eigen buitenterrein. Elephant Haven heeft aangeboden om Buba, in aanwezigheid van circusdirecteur Freiwald, stap voor stap te laten wennen aan de nieuwe omgeving en situatie. Een gouden kans voor Buba en circusdirecteur Freiwald. De dierenorganisaties geloven dat de familie Freiwald aan Buba gehecht is. Maar bij houden van hoort ook loslaten als dat beter is voor het dier. Buba is geen mens, maar een getraumatiseerde olifant die in Elephant Haven naast specialistische zorg, enorm veel ruimte, goede voeding en veterinaire zorg kan krijgen.
In de afgelopen 5 jaar, sinds het verbod om wilde dieren te houden in het circus, heeft circus Freiwald telkens laten zien dat zij zich niet hield aan de eis dat Buba niet als attractie getoond mocht worden aan het publiek. In de Telegraaf van 27 november omschrijft het circus zichzelf opeens als opvang en verwacht zij van het ministerie 70.000 euro per jaar ondersteuning voor de verzorging van Buba. Het circus geeft te kennen de verzorgingskosten niet meer op te kunnen brengen. Een andere manier die het circus ziet om zelf bij te dragen in de verzorgingskosten is om rond Buba een educatief excursieprogramma op te zetten voor bijvoorbeeld scholen en ouderen waarbij Buba geen kunstjes vertoont. Dit alles staat lijnrecht tegenover het verbod van wilde dieren in circussen. Het gaat er niet alleen om dat wilde dieren geen kunstjes mogen doen in een circus, het gaat er ook om dat wilde dieren niet thuishoren in een circus omdat een circus niet aan de behoeften van het wilde dier kan voorzien. Circus Freiwald claimt dat olifant Buba zonder de familie Freiwald ongelukkig zal zijn en dat zij nooit meer met soortgenoten overweg zal kunnen. In de praktijk van dierenopvangen ziet men echter vaak het omgekeerde. In veel gevallen blijken dieren juist onder professionele begeleiding, weer een mooi en verrijkt leven te kunnen hebben met soortgenoten. Buba heeft het recht om na een ellendig gedwongen circusleven eindelijk te kunnen gaan leven als olifant.
door admin | 25 juni 2020 | Persbericht
Op 17 juni schreef de Nederlandse landbouw- en vissector een brief aan Minister-president Rutte, betreffende hun “grote zorgen over gevolgen stigma landbouwsector.“ Omdat de dierenrechtenbeweging het onderwerp van deze brief is, heeft de recent opgerichte Dierenrechten Alliantie op 25 juni 2020 de Minister-president haar reactie gestuurd. Anders dan in de brief beweerd wordt, is deze bedrijfstak geen belangrijke sector voor de Nederlandse economie en is deze zeker niet duurzaam. Het is een sector waar vele miljoenen subsidies in gepompt worden door de Nederlandse overheid en Europa terwijl het vrijwel iedereen (behalve de sector zelf) duidelijk is dat we alleen al vanwege de stikstofproblematiek, het dierenwelzijn, klimaatverandering, natuur- en milieubescherming, zoönosen en volksgezondheid, droogte en biodiversiteitbedreigingen af moeten van de industriële veehouderij.
Met de intrinsieke waarde van de dieren die in de Wet dieren erkend wordt, wordt door de overheid in de regelgeving voor deze dieren in de industrie op geen enkele manier rekening gehouden. Transparantie is in de veehouderij volledig afwezig. Keer op keer moeten consumenten en politiek de misstanden in deze sector vernemen uit undercoverbeelden en Wob-verzoeken. De consument heeft recht op goede voorlichting en daarvoor is onderzoeksjournalisme noodzakelijk.
Bedreigingen komen hoofdzakelijk uit de hoek van de vee-industrie en hun sympathisanten. Ongeveer tegelijkertijd met het doodrijden van dierenrechtenactivist Regan Russell door een varkenstransportwagen tijdens een vreedzaam protest bij een slachthuis in Ontario, riep in Arnhem een konijnenfokker tegen een publiek van veeboeren: “Bij een volgende stalbezetting is het niet de vraag óf er doden vallen, maar hoeveel.”
Ook uit een artikel in het Reformatorisch Dagblad van 19 juni blijkt dat in de besloten Facebookgroep van FDF doodsverwensingen en scheldkanonnades richting dierenrechtenactivisten en politici aan de orde van de dag zijn.
In het meest recente Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland van mei 2020, oordeelt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid: “De Nederlandse dierenrechtenbeweging is echter al lange tijd klein en uit zich voornamelijk in vreedzame demonstraties.”
Over de boerenprotesten en met name het FDF oordeelde deze overheidsinstantie: “FDF is op de dag van de bezetting van een varkensstal in Boxtel, opgericht vanuit een gevoel van zelfbescherming tegen dierenrechtenactivisten en –extremisten. Dit komt bijvoorbeeld terug in uitspraken waarin de positie van de boeren op een lijn werd gesteld met de Holocaust. Dit heeft tot onrust en afkeuring geleid, zeker nadat het bestuur van de organisatie, in tegenstelling tot meer gematigde belangenbehartigers, geen afstand nam van de uitspraken. Ook ongenuanceerde en bedreigende uitingen tegen politici en andersdenkende medeboeren vallen op. Zo richtte FDF zich op 13 april 2020 tegen boeren die zich laten uitkopen door de overheid en stelde dat er afgerekend moet worden met ‘de zwakke schakels en de Judassen uit onze gelederen’. Daarnaast vinden rondom demonstraties soms incidenten plaats. Bijvoorbeeld door het inrijden van een deur van het provinciehuis in Groningen of het bekogelen van meerdere motoragenten met zwaar vuurwerk vanuit een rijdende bus, De excessen in het optreden van FDF dragen bij aan maatschappelijke polarisatie rond het thema klimaat.”
De FDF is medeondertekenaar van de brief van 17 juni. Een andere medeondertekenaar, Henk Bleker, sprak op 1 oktober op het Malieveld over ‘loserige veganisten’ en dierenactivisten waar men op neer moet kijken. Medeondertekenaar Gert Jan Oplaat vergeleek dierenrechtenorganisaties en de Partij van de Dieren in de Telegraaf met de IRA en Sinn Féin. Medeondertekenaar zijn ook de overkoepelende organisaties van slachterijen en vleesverwerkende bedrijven die verantwoordelijk mogen worden gehouden voor het grote aantal besmettingen met corona onder hun werknemers.
Terwijl de briefschrijvers bepaalde politici beschuldigen van aanmoediging tot dierenactivisme, laten veel conservatieven politici zich juist voor het karretje spannen van de vee-industrie. Tegen minister van Justitie & Veiligheid Grapperhaus loopt, bijvoorbeeld, een onderzoek naar zijn uitspraken op de algemene leden vergadering van de Producenten Organisatie Varkenshouderij. De ingediende klacht gaat over aanzet tot diefstal en het oproepen tot geweld en discriminatie.
Het recht op vrije meningsuiting, het uitoefenen van het demonstratierecht en het uitvoeren en publiceren van onderzoek naar de leefomstandigheden van dieren in de vee-industrie karakteriseren de briefschrijvers onterecht als stigmatiseren en demoniseren van de vee-industrie. Het zijn juist de misstanden in de vee-industrie die zorgen voor imagoschade.
Deze partijen zijn niet geïnteresseerd in matiging van toon en de-escalatie. Wat ze werkelijk willen is een vrijbrief om zonder kritiek, op de oude, bekende voet verder te gaan, waarbij ze de belangen van de dieren aan hun laars lappen en klimaat, milieu en natuur opofferen aan hun (export)verdienmodel.
De Dierenrechten Alliantie verwacht net als de ondertekenaars van de brief van 17 juni een gesprek met Premier Rutte over deze situatie.